Y - y

yikyryjatonon znw. manspersonen.
yino Etym.: T -njo, Ap inio, Ww injo, M njo . m:: yinonon, yinonokon. znw. man, echtgenoot. Ref.: no/yo
yinokepy ww-onov. ophouden een man te hebben, weduwe worden.
yinopa ww-ov. een man bezorgen, van een echtgenoot voorzien.
(w)einopa ww-med. zich een man bezorgen. Ref.: yo
yinota Etym.: T -njota . ww-onov. een man krijgen. Ref.: yo
yja Etym.: Pm ija . znw. beginpunt, punthoek. Ref.: ya/yarï tuna yjary 'oorsprong_van_de_rivier, zuiden', ijary 'zuiden', enuru yjary 'de buitenhoek van zijn oog'.
y`jamy`ko ww-ov. doordringen, doordrenken. moro nono ty`jamy`ko man mynu `wa 'de grond is doordrenkt met bloed'.
yja`wan m:: yja`wankon. znw. slechte, slechtheid. Ref.: yawame yja`wan me man 'het is slecht, het is verkeerd', yja`wankon Kari`na 'slechte Karaïben'.
yja`wanka ww-ov. slecht(er) maken.
(w)eja`wanka ww-med. zich slecht(er) maken, verslechteren.
yja`wanta ww-onov. slecht(er) worden.
yjoro`kan Etym.: T joroko, Wj jorok, Ap joroko, Pm iworo`, A jaloko, Sr yorka . znw. (soort) boze geest. Ref.: yoroka yjoro`kan pe man 'hij heeft last van een boze geest'.
y`kai`ko Etym.: Pm kuwasuka . ww-ov. waterig laten poepen.
(w)e`kai`ko ww-med. zich waterig laten poepen.
y`kaiky Zie: kawaitu.
y`kaima ww-ov. mengen.
(w)e`kaima ww-med. gemengd worden. Ref.: koima tywe`kaima man 'hij is van gemengd bloed'.
y`kain znw. gemengdheid.
y`kai`ta ww-onov. waterige poep krijgen.
y`kako znw. giftigheid, gif.
y`kakoro ww-ov. giftig maken.
(w)e`kakoro ww-med. zich giftig maken.
y`kakota ww-onov. giftig worden.
y`kamy Etym.: T ikame, Wj ykamy, Kp i`kwamy . ww-ov. eruit scheppen, weghozen.
(w)e`kamy ww-med. overlopen, leegstromen.
yka`pa Zie: (w)yka.
y`kapurinka ww-ov. laten borrelen, laten rimpelen. mo`karon woto tuna y`kapurinkaton 'de vissen laten belletjes in het water naar boven komen'.
(w)e`kapurinka ww-med. rimpels in het water maken, onder water het water in beweging brengen.
y`kerapo znw. kassaveplantstek. y`kere 'kassave' en apo 'arm'.
y`keraporan znw. (soort) plant. Allamanda cathartica (Apocynaceae).
y`kere Etym.: Ww seere, Pm kysere, ekere, M kyse . znw. bittere kassave. Manihot esculenta (Euphorbiaceae). Ref.: ki'erë akuri y`kerery '(soort) plant [Stygmaphyllon convolvifolium (Malpighiaceae), Stygmaphyllon fulgens (Malpighiaceae)]'.
y`kerepun Etym.: Pm kyserapun . znw. kassavevlees, drooggeperste kassavemassa, kassavemeel. Ref.: pu
y`kere`to ww-ov. van kassave voorzien.
(w)e`kere`to ww-med. zich van kassave voorzien.
y`kere`y znw. basralokus. Dicorynia guianensis (Papilionaceae).
y`ketu`ko ww-ov. te sterk van smaak maken.
(w)e`ketu`ko ww-med. zich te sterk van smaak maken.
y`ketuku znw. te sterke smaak. bv door te veel zout of suiker.
y`ki znw. vaalgele kleur.
y`kika ww-ov. tot stroop koken.
(w)e`kika ww-med. tot stroop worden. Ref.: ikika
y`kiriri`mo ww-ov. scheurtjes veroorzaken in, barsten bezorgen.
(w)e`kiriri`mo ww-med. scheurtjes krijgen, barsten krijgen.
y`kiro ww-ov. vaalgeel maken, beige maken.
(w)e`kiro ww-med. zich vaalgeel maken, zich beige maken. Ref.: ki
y`kita ww-onov. vaalgeel worden, gebroken wit worden, beige worden. Ref.: ki
y`kitano`po ww-ov. vaalgeel laten worden, beige laten worden.
(w)e`kitano`po ww-med. zich vaalgeel laten worden, zich beige laten worden. Ref.: ki
y`ko znw. gelek.
y`koima Zie: y`kaima.
y`koka Etym.: Pm koka . ww-ov. schoonvegen, afdrogen.
(w)e`koka ww-med. zich schoonvegen, zich afdrogen. Ref.: koka
y`komy ww-onov. overeind komen, opstaan. Ref.: komu
y`kon znw. vuil, smerigheid.
y`kona ww-onov. smerig worden. Ref.: kona
y`konka ww-ov. smerigheid weghalen.
(w)e`konka ww-med. smerigheid wegdoen.
y`konkapo ww-ov. overeind laten komen, naar boven laten komen.
(w)e`konkapo ww-med. zich overeind laten komen, zich naar boven laten komen. Ref.: komu
y`konto ww-ov. smerig maken.
(w)e`konto ww-med. zich smerig maken.
y`kota ww-onov. lekken. Ref.: kota
y`koto Etym.: Ww -`koto, Pm kyty . ww-ov. kapotsnijden, kapothakken, in stukken snijden, afsnijden, doorzagen. ook: '(een kostgrond) afbakenen'.
(w)e`koto ww-med. zich kapotsnijden. Ref.: koto
yku`poi Ref.: kupo Zie: ytu`poi.
ykyjy Zie: akaja.
y`kyrintoma ww-ov. neerleggen, te ruste leggen.
(w)e`kyrintoma ww-med. gaan liggen, met de kippen op stok gaan, een dutje doen.
ykyryjatonon Zie: yikyryjatonon.
y`ma`ka Etym.: Kp -`ma`ka . ww-ov. tot een eind laten komen, laten ophouden, beëindigen.
(w)e`ma`ka ww-med. zich laten ophouden, zelfmoord plegen. Ref.: matï
y`maty Etym.: Kp u`maty, Pm imata . ww-onov. gereed komen, het eind bereiken, opraken, ophouden. Ref.: matï
y`mei znw. fijnheid, fijnkorreligheid, poederigheid.
y`mein znw. stroperigheid.
y`meina ww-onov. stroperig worden.
y`meino ww-ov. stroperig maken.
(w)e`meino ww-med. zich stroperig maken.
y`meiro ww-ov. zijdezacht maken, fijn maken.
(w)e`meiro ww-med. zich zijdezacht maken, zich fijn maken.
y`meita ww-onov. fijn worden, zijdezacht worden. Ref.: imeta
y`meka ww-ov. een kind geboren laten worden bij.
(w)e`meka ww-med. een kind krijgen.
y`mekapo ww-ov. een kind verwekken bij, zwanger laten maken.
(w)e`mekapo ww-med. zich een kind laten krijgen, zich zwanger laten maken.
y`mo Etym.: T -`mo, Wj p(u)mo, Ap i`mo, Ww upme, Kp pymo, -`mo, Pm pumo, -`mo, M pumo, -`mo . znw. ei, teelbal. Ref.: mo
y`mo Etym.: Ap -`mo, Kp -`mo, Pm mo . ww-ov. in stukken breken.
(w)e`mo ww-med. in stukken breken, uit elkaar barsten. Ref.: mo
y`mo`ka Etym.: Wj y`momotka . ww-ov. laten koken.
(w)e`mo`ka ww-med. zich laten koken. Ref.: motï
y`moka Etym.: T -`moka, Wj y`moka, Pm emoika . ww-ov. de eieren weghalen van.
(w)e`moka ww-med. eieren leggen. Ref.: mo
y`momi Etym.: Ap i`momity . znw. beschermend omhulsel, vruchtwaterzak. Ref.: emomi/momipo y`momi`po 'nageboorte'.
y`momika Etym.: Ap y`momika . ww-ov. het beschermend omhulsel weghalen van.
(w)e`momika ww-med. het beschermend omhulsel wegdoen, vervellen, uit de pop komen. Ref.: emomi
y`monto ww-ov. overtreffen, overwinnen.
(w)e`monto ww-med. elkaar overwinnen. Ref.: mondï
y`mopo ww-ov. laten breken.
(w)e`mopo ww-med. zich laten breken.
y`moty Etym.: T -nmvty . ww-onov. koken. Ref.: motï
ympa az. in de schouderbladstreek, boven in de rug van.
ympa Etym.: T mypa, -npa, Ap mypa, ympa, Pm mpai, M mpo . znw. schouderbladstreek, (bovenste deel van de) rug. Ref.: emba/mba
ympaka ww-ov. (het bovenste deel van) de rug weghalen van.
(w)empaka ww-med. (het bovenste deel van) de rug wegdoen.
ympaky`ka ww-ov. op de schouderbladen drukken van, de rugzijde verstevigen van.
(w)empaky`ka ww-med. zich op de schouderbladen drukken, zich de rug verstevigen.
ympaky`ty b:: ympaky`ty. znw. schouderversteviging.
ympa`na Zie: ympa.
ympanama ww-ov. in schouderbladpositie brengen.
(w)empanama ww-med. zich in schouderbladpositie brengen. weju kynempanamanon 'de zon brengt zich in schouderbladpositie', d.w.z. 'het is ongeveer twee uur'.
ympaso`waika ww-ov. de schouder kapotkrabben van.
(w)empaso`waika ww-med. zich de schouder kapotkrabben.
ympoi ww-ov. plat maken, verpletteren, op de grond drukken. speciaal: om te paren.
(w)empoi ww-med. zich plat maken, zich op de grond gedrukt houden. [Aanmerking: V: vatampoñño sex bedrijven]
ympoka Etym.: T ympoka, Wj ypoka, Ap ympoka, Ww -mpoka . ww-ov. los laten gaan.
(w)empoka ww-med. losgaan. Ref.: emboka/imboka
ymponaka ww-ov. losmaken, bevrijden.
(w)emponaka ww-med. losgaan. Ref.: emponaka
ymu Etym.: Wj mumu, Ap munku, Ww mumu, Kp mumu, -mu, Pm mumu, M mumu . znw. zoon. Ref.: mu alleen door mannen gezegd van: (a) zoon, en (b) zoon van broer; yka`topo ymu`po 'zoon van mijn (overleden) oom'.
y`namo znw. verzadiging, volkomen doordrongenheid.
y`namoro ww-ov. volkomen doordringen, verzadigen. woto y`nory y`namoroi 'de stank van de vis heeft mij volkomen doordrongen'.
(w)e`namoro ww-med. zich volkomen doordringen, zich verzadigen.
y`namota ww-onov. volkomen doordrongen worden, verzadigd worden.
y`napamy ww-onov. tot genoeglijke rust komen.
y`napanka ww-ov. tot genoeglijke rust brengen.
(w)e`napanka ww-med. zich tot genoeglijke rust brengen.
y`napirinka ww-ov. een beetje dronken maken, licht verdoven.
(w)e`napirinka ww-med. een beetje dronken worden, licht verdoofd raken. Ref.: ena
y`naranka ww-ov. van zijn stuk brengen, uit het veld slaan.
(w)e`naranka ww-med. van zijn stuk gebracht worden, uit het veld geslagen worden.
y`nawa ww-ov. afschuw wekken bij, misselijk maken.
(w)e`nawa ww-med. zichzelf misselijk maken, misselijk worden.
ynkajon b:: ynkajonty. znw. rugbedekking, schouderdoek, omslagdoek. Ref.: engayondï
ynkama ww-ov. op de rug leggen.
(w)enkama ww-med. zich op de rug leggen.
ynka`mo ww-ov. op de rug slaan.
(w)enka`mo ww-med. zich op de rug slaan.
ynkamoryka ww-ov. op de rug slaan van.
(w)enkamoryka ww-med. zich op de rug slaan.
ynka`na Etym.: T myka, -nka, Ww -mka, Pm mykai . znw. rug. Ref.: indanarï
ynka`na az. achter. Ref.: engana
ynka`naka az. naar de achterkant van.
ynka`naku`we`ko ww-ov. een ronde rug maken bij.
(w)enka`naku`we`ko ww-med. een ronde rug maken. Ref.: wuiltai
ynka`nama ww-ov. naar achteren duwen, op de rug leggen, de rug toekeren.
(w)enka`nama ww-med. naar achteren gaan.
ynka`napita ww-onov. rood worden op de rug, een rode rug krijgen.
ynka`napota az. achterop, aan de achterkant van. Ref.: anga
ynka`natu`mo ww-ov. een dreun op de rug geven van.
(w)enka`natu`mo ww-med. zich een dreun op de rug geven.
ynka`na`wo az. in de ruggestreek van.
ynkapai b:: ynkapaity. znw. rugbedekking, schouderkleed.
ynkapo az. op de achterkant van. oko asenkapo 'in twee rijen achter elkaar'.
ynkara`na az. midden op de rug van. Ref.: anga
ynkatu`mo Ref.: ynka`nato`mo
ynkawo`my b:: ynkawo`my. znw. rugbedekking, rugdoek, kleed.
ynkawo`mynto ww-ov. de rug bedekken van, een kleed aandoen.
(w)enkawo`mynto ww-med. zich de rug bedekken, een kleed aandoen.
y`no znw. rauwe geur. bv van bloed, rauw vlees, vis.
y`noro ww-ov. een rauwe geur bezorgen.
(w)e`noro ww-med. zich een rauwe geur bezorgen.
y`nota ww-onov. een rauwe geur krijgen.
ynta az. in de mondholte van. Ref.: enda
ynta Etym.: T myta, -nta, Wj -mta, Ap myta, -nta, Ww -mta, Kp myta, -nta, Pm myta, M muta, -nta . znw. mondholte, mond. Ref.: enda ontary kysamonopyi 'mis je mond niet', d.w.z. 'maak geen fout bij het spreken', iwesepiry yntary 'zijn bilspleet'.
yntaja znw. mondhoek. Ref.: endayarï
yntaka az. in de mondholte van, in de rede vallend. Ref.: enda ajainary kysyryi intaka 'steek je hand niet in zijn bek', intakano 'middelste balk van het huis', asentaka kynotaikaton 'ze schreeuwen door elkaar'.
yntaka ww-ov. de mond wegnemen bij, het spreken beletten van, de mond snoeren.
(w)entaka ww-med. niet weten wat te zeggen, met de mond vol tanden staan ; (G: de mond opendoen). Ref.: endaka
yntakapa Etym.: Ap entaka, Kp entakapima, Pm entakapina . ww-ov. de mond openen van.
(w)entakapa ww-med. de mond openen, gapen. Ref.: endakapa
yntakoro ww-ov. de mond laten stinken van, (V:) de mond smerig maken van.
(w)entakoro ww-med. zijn mond laten stinken, (V:) zeveren, kwijlen.
yntakoro`ka ww-ov. de mond branden van.
(w)entakoro`ka ww-med. zich de mond branden.
yntakororoka ww-ov. laten gorgelen.
(w)entakororoka ww-med. gorgelen.
yntakoroty ww-onov. zich de mond branden.
yntakota ww-onov. in de mond gaan stinken.
yntako`wairo ww-ov. een kromme mond bezorgen.
(w)entako`wairo ww-med. een kromme mond trekken.
yntako`waita ww-onov. een kromme mond krijgen.
yntako`wenka ww-ov. van binnen schoonmaken.
(w)entako`wenka ww-med. zich van binnen schoonmaken. Ref.: sepu
yntaku`mity ww-ov. de mond schoonwassen van.
(w)entaku`mity ww-med. zich de mond schoonwassen, tanden poetsen.
yntame ww-ov. de mond schoonlikken van.
(w)entame ww-med. zich de mond schoonlikken, (O:) eten.
ynta`mo ww-ov. (met geweld) een (mond)opening maken in.
(w)enta`mo ww-med. zich (met geweld) een (mond)opening maken.
yntamory b:: yntamory. znw. geluid van de mondholte, gesmak. Ref.: endamorï
yntamoryka ww-ov. geluid met de mond laten maken, laten klappertanden.
(w)entamoryka ww-med. klappertanden.
yntapaika ww-ov. op de mond slaan van.
(w)entapaika ww-med. zich op de mond slaan.
yntapi znw. mondroodheid, lippen.
yntapi`po znw. niet gegeten voedselbestanddeel, botje, pit.
yntapi`po znw. lip. vgl osipi.
yntapiro ww-ov. de mond verven van.
(w)entapiro ww-med. zich de mond verven. Ref.: endapiropo
ynta`ponka ww-ov. op de mond slaan van.
(w)enta`ponka ww-med. zich op de mond slaan.
yntaposin znw. lekkerbekkerigheid.
yntasa znw. openmondigheid.
yntasaraka ww-ov. de bek openscheuren van.
(w)entasaraka ww-med. zich de bek openscheuren.
yntasororoka ww-ov. de mond laten vervellen.
(w)entasororoka ww-med. zich de mond laten vervellen.
yntataryka ww-ov. onthouden van voeding.
(w)entataryka ww-med. zich onthouden van voeding. Ref.: endatarï entataryka`pa mana 'je eet constant'.
yntatary`to ww-ov. het vasten beëindigen van.
(w)entatary`to ww-med. ophouden met vasten. Ref.: endatarï
ynta`to ww-ov. van een mond voorzien, van een opening voorzien.
(w)enta`to ww-med. zich van een mond voorzien.
yntaty ww-ov. de mond spoelen van.
(w)entaty ww-med. zich de mond spoelen. Ref.: endatï
y`nuku Etym.: T -`nuku . ww-ov. wegzuigen. tyntarykon y`nu`saton 'zij zuigen aan elkaars mond'.
(w)e`nuku ww-med. zich wegzuigen, wegsijpelen. Ref.: nu
y`nu`po ww-ov. laten zuigen.
(w)e`nu`po ww-med. zich laten zuigen.
y`pakun znw. achillespees.
y`paky znw. lager vlak, laagvlakte. Ref.: pakï
y`pamy ww-ov. de voeten binden van.
(w)e`pamy ww-med. zich de voeten binden.
y`panka Zie: y`paranka.
y`panty b:: y`panty. znw. voetentouw. hulpmiddel om in bomen te klimmen.
y`paranka ww-ov. aan de oppervlakte beschadigen.
(w)e`paranka ww-med. aan de oppervlakte beschadigd worden.
y`pe Etym.: T pyre, -`re, Ww u`re, Kp pyre . b:: y`pe. znw. kleinere pijl. Ref.: pe
y`pento ww-ov. van pijlen voorzien.
(w)e`pento ww-med. zich van pijlen voorzien.
y`petakama Etym.: T pvntakanma, Wj emtakaima, Ap osemetaka, Kp myjakanma, Pm (t)injakama, mijakama . ww-ov. omwisselen, omruilen, omkleden.
(w)e`petakama ww-med. zich omkleden, van uiterlijk veranderen. Ref.: petaka
y`petakan Etym.: T pvntakan . znw. ruilmiddel. Ref.: petaka y`petakan me o`ko `ne 'kom mijn plaats innemen'. [Aanmerking: V: znw poìnakany ?!]
y`pima ww-ov. neerdrukken, nadruk geven. tanykyry y`pimanon 'hij overdrijft zijn ziekte'.
(w)e`pima ww-med. zich vernederen, bedelen.
ypo Etym.: Wj ypo . ww-ov. doen geven, laten veranderen.
(w)otypo ww-med. zich doen geven, zich laten veranderen.
ypo Etym.: T -`poty, Wj pupoty, yspoty, Ap y`poty, Ww -`poti, Kp po`, Pm (si)po`, M sipo . b:: ypoty. znw. lichaamshaar. Ref.: po
ypoka Etym.: T y`poka, Wj yspoka, Ap ypoka, Pm isipoka, pupoka . ww-ov. ontharen, scheren.
(w)epoka ww-med. zich ontharen. Ref.: ipoka/poka
y`po`koto ww-ov. snijden op de borst van.
(w)e`po`koto ww-med. zich op de borst snijden. Ref.: pokoto
ypoky Etym.: T pijoky, Ap ypipoky, Kp po`, Pm po`, M po` . ww-ov. (met een zweep) slaan, afranselen.
(w)epoky ww-med. zich (met de zweep) slaan. Ref.: pokï
y`po`ma ww-ov. draaien, van richting veranderen.
(w)e`po`ma ww-med. zich omdraaien, van richting veranderen. vgl u`ma.
y`po`mi b:: y`po`mity. znw. borstpees, borstspier.
y`po`moryka ww-ov. een dreun op de borst bezorgen.
(w)e`po`moryka ww-med. zich op de borst slaan.
y`pomy Etym.: Ww perenymy, Kp pynymy, Pm pvnumy . ww-ov. in zwembeweging brengen.
(w)e`pomy ww-med. zich in zwembeweging brengen, zwemmen. In het westelijk dialect komt (w)e`ponumy voor, met een variant (w)e`potomy in het oostelijk dialect.
y`pon Etym.: Ww peren . znw. zwemvaardigheid.
y`ponka ww-ov. laten ontploffen. van poron 'plof'; awasi y`ponka`po 'popcorn'.
(w)e`ponka ww-med. ontploffen. Ref.: ponga
y`po`po ww-ov. laten kijken, een fantasiebeeld opwekken bij. mo`ko woryi yjenauty po y`po`pojan 'die vrouw doet mij denken aan mijn zus', y`po`pory me tuta`se man 'doordat het verdwenen is, haal ik mij van alles in het hoofd'.
(w)e`po`po ww-med. (verkeerde) fantasieën oproepen. [Aanmerking: vgl Hoff: y`popota 'een slecht voorteken krijgen' (y`popotai ra 'dat is een eigenaardige verrassing', moet zijn: y`pòpojan ra?)]
ypo`po ww-ov. (met een zweep) laten slaan, laten afranselen.
(w)epo`po ww-med. zich (met een zweep) laten slaan, zich laten afranselen.
ypo`po znw. (afgesneden) haar.
y`popu Etym.: T pyropy, -`ropy, Ap puropu, Kp pyropo . znw. borst. Ref.: popu
y`popu`to ww-ov. van een borst voorzien.
(w)e`popu`to ww-med. zich van een borst voorzien. Ref.: woliwoli
y`pori Etym.: T ipvri, Wj pori, Ap ipori . znw. zijriviertje, beek. Ref.: ipolirï alleen gehoord in de vorm i`poriry.
yporo az. passend bij, congruent met. moro wo`mynano oporo man 'dat kledingstuk past je', iporo man 'dat is juist', iporo ro man 'dat is waar'.
y`posaiky Etym.: T pyroi, Wj purusai . znw. teennagel, hoef. Ref.: poseikï para`ka y`posaikyry '(soort) peperplant'.
y`posi Etym.: F poche . znw. zak.
ypota ww-onov. lichaamshaar krijgen.
y`potairo ww-ov. de borst vooruitsteken van.
(w)e`potairo ww-med. de borst vooruitsteken.
ypo`to ww-ov. van haar voorzien, van veren voorzien.
(w)epo`to ww-med. zich van haar voorzien, zich van veren voorzien.
y`potomy Zie: y`po`numy.
y`potu`mo ww-ov. de borst stoten van.
(w)e`potu`mo ww-med. zich de borst stoten. Ref.: epotumo anderen: zich_de_voet_stoten. [Aanmerking: A: (doen) struikelen]
y`puro ww-ov. nat maken.
(w)e`puro ww-med. zich nat maken.
y`puru`ka Zie: puka.
y`puta ww-onov. nat worden. Ref.: ipu
y`pyn znw. veelheid.
yrapa Zie: urapa.
yrapaka ww-ov. ontwapenen.
(w)erapaka ww-med. zich ontwapenen.
yrapa`to ww-ov. bewapenen.
(w)erapa`to ww-med. zich bewapenen.
yrui Zie: yryi.
yry Etym.: T yry, Wj yry, Ap tyri, Ww (t)iri, Kp tyry, Pm ry, M tyry . ww-ov. geven, zetten, plaatsen.
(w)otyry ww-med. zich zetten, zich plaatsen. Ref.: ilri
yryi Etym.: Ap orysi, -rui, Kp -rui, Pm -rui, -runan, M -rui . m:: yru`nan. znw. oudere broer. Ref.: rui door mannen gezegd van: (a) oudere broer, (b) oudere zoon van vaders broer, en (c) oudere zoon van moeders zus. [Aanmerking: Hoff: mv yruinan]
y`sai Etym.: Wj wasi, Kp pisi, Pm (pi)si, M pisi, `si . znw. onderbeen. Ref.: sei typuru i`sairy '(soort) kassaveplant (met donkerrode stengel)', woko y`sairy '(soort) plant [Diplotropis purpurea (Papilionaceae)]'.
y`saike bnw-az. met het onderbeen van.
y`saike`ka ww-ov. laten ophouden een onderbeen te hebben.
(w)e`saike`ka ww-med. zich laten ophouden een onderbeen te hebben.
y`saikepy ww-onov. ophouden een onderbeen te hebben.
y`saiky znw. penseeltje. Ref.: esaike
y`saipun znw. onderbeenvlees, kuit. Ref.: ewaipuru
y`sa`ka ww-ov. stekende pijn geven. [Aanmerking: bv bij sexuele omgang, bij stekel in de voet]
(w)e`sa`ka ww-med. zich stekende pijn geven. Ref.: isaka
y`saka Etym.: Pm saka . ww-ov. in stukken snijden.
(w)e`saka ww-med. zich in stukken snijden.
y`sanapamy Zie: y`sanopamy.
y`sano znw. koudheid. Ref.: sano
y`sanopamy ww-onov. langzamerhand koud worden, afkoelen. Ref.: sano
y`sanopanka ww-ov. langzamerhand koud maken, langzaam koelen, verkoeling bezorgen.
(w)e`sanopanka ww-med. zich langzamerhand koud maken, zich langzaam koelen.
y`sanoro ww-ov. koud maken, koelen.
(w)e`sanoro ww-med. zich koud maken, zich koelen. Ref.: sano
y`sanota ww-onov. koud worden, koud zijn. Ref.: sano
y`seta ww-onov. leeglopen, plat worden, etter verliezen.
y`ta Etym.: T pyta, -`ta, Wj pta, Ap puta, Ww -`ta, Kp pyta, -`ta, Pm pyta, -`ta . znw. voetzool. Ref.: ta
y`taka ww-ov. de voet weghalen van, ontkoppelen. tyrapary y`takanon 'hij buigt de kolf van zijn geweer weg', tykurijarary masiniry y`takanon kawonaka 'hij haalt de motor van zijn boot omhoog'.
(w)e`taka ww-med. de eigen voet weghalen, zich ontkoppelen.
y`takama ww-ov. omkantelen, scheef zetten.
(w)e`takama ww-med. zich kantelen.
y`ta`kuina ww-ov. de voet uitstrekken van.
(w)e`ta`kuina ww-med. zijn voet uitstrekken, opstappen.
y`tamo znw. geluid van de voetzool, getrappel.
y`tamoiky znw. teennagel. vgl ainamoiky, amosaiky en y`posaiky.
y`tamoryka ww-ov. stampen op.
(w)e`tamoryka ww-med. stampen.
y`tapaika ww-ov. laten stampen.
(w)e`tapaika ww-med. stampen. kujari we`tapaikatopo '(soort) plant [Crudia aromatica (Papilionaceae)]'.
y`tapo`n znw. voetsteun, stijgbeugel, voetenbankje.
y`tapu Etym.: T pytvpu, Wj ptapu, Ap tapu . znw. hiel, hak, geweerkolf. Ref.: tarï aina y`tapuru 'vlezig deel onder aan de handpalm'.
y`tapuka Etym.: Wj ptapuka . ww-ov. in de voetzool prikken van.
(w)e`tapuka ww-med. zich in de voetzool prikken. Ref.: tarï
y`tapuka ww-ov. de hiel weghalen van.
(w)e`tapuka ww-med. zich onthielen.
y`tapupaika ww-ov. op de hiel slaan van, op de hak slaan van.
(w)e`tapupaika ww-med. met de hakken stampen. kararawa we`tapupaikatopo '(soort) boom'.
y`tara znw. voetzooloppervlak. Ref.: tarï
y`tarima ww-ov. de voeten stoten van.
(w)e`tarima ww-med. zich afzetten met de voeten, met de benen zwemmen.
y`tasi`ka ww-ov. laten aarzelen, voorzichtig maken.
(w)e`tasi`ka ww-med. aarzelen, voorzichtig zijn.
y`tasiky znw. (het) op de tenen lopen, aarzelende gang, voorzichtigheid.
y`tawowo znw. eelt aan de voet.
y`topu Zie: y`tapu.
y`tu`ka Etym.: T tuuka, Pm tuka . ww-ov. stoten tegen, aanstoten.
(w)e`tu`ka ww-med. elkaar aanstoten, een gevecht houden. Ref.: ituka
y`tumika ww-ov. uitbroeden, uit het ei laten komen.
(w)e`tumika ww-med. uitgebroed worden, uit het ei komen. Ref.: tuwetumita
y`tu`mo ww-ov. (de grond) omwoelen (bij).
(w)e`tu`mo ww-med. zich omwoelen.
ytu`poi ww-ov. gaan zitten op, plaats nemen op. matasapoi kupo siku`poija 'ik zit op de kassavepersstok'.
(w)etu`poi ww-med. gaan zitten. Ref.: icupoi/itupoi
y`weseku Zie: meseku.
Copyright © 2003